Hoe het jeugdig plantenvolkje de kriebels krijgt.
Het hageld’ en ’t sneeuwde en ’t miek er zoo koud,
De rijm lag op de daken…
Ik kan het niet meer aanzien, hoe de paprika- en peperplanten hun kop helemaal vooroverbuigen naar het licht van de zon. Ze staan met hun neus tegen het raam gedrukt. Hunkerend naar de zon die er echt wel is maar de koude noorderwind niet kan verwarmen.
Je kunt het zo van hun blad aflezen: “wanneer mogen we buiten? Wanneer mogen we onze wortels in de volle grond steken?”.
Ze zijn intussen zo groot geworden dat ze boven hun steunstok van 60cm beginnen uit te steken. Het zijn geen zaailingen meer. Het zijn rebelse rakkers geworden. Sinds ze hun eerste splitsing bereikt hebben beginnen ze zich steeds dreigender op te stellen en alsmaar meer drank te eisen.
Er zijn er al bij die tekenen vertonen van drang naar groeistoffen!! Ik ben ten einde raad. Elke morgen ga ik hoopvol kijken in de serre om te controleren hoe laag de nachttemperatuur geweest is.
Want als het een beetje ‘te doen’ is dan vliegen de balorige gewassen de serre in. Daar kunnen ze de bijen gaan zot maken.
Maar het blijft bij ‘hoopvol’. De laatste weken is dat steeds tussen -1° en 4°. Tot vandaag! Een veelbelovende 8°.
Wat een verschil met april vorig jaar. Warm, zonnig en droog waren toen de codewoorden. Als kernwoorden zou ik voor deze maand eerder koud, winderig en nat bedenken.
“April 2020 was met 12,7 graden tegen normaal 9,8 graden bijna drie graden zachter dan normaal. De maand begon vrij koud met in de nacht lichte vorst en overdag een graad of 10, maar van 5 tot en met 12 april was het warm met acht dagen achtereen temperaturen boven 20 graden. In totaal had deze maand veertien warme dagen met temperaturen boven 20 graden. Tot lichte nachtvorst kwam het alleen op de eerste 2 dagen van de maand.” Bron meteovista.
Maar ik ga niet klagen. Elke morgen ga ik de voorlopers opmeten om te zien of ze hun gemiddeld groei quotum halen.
Morgen gaat het aanhoudend regenen, daarna komen er nog enkele koude nachten met temperaturen rond het vriespunt. En daarna lijken de temperaturen wat meer een lente kleurtje te krijgen. Dan gaat het gebeuren: De grote plantsverhuizingen. De florale migratie. De trek naar het beloofde land. De nestvlucht naar de serre. Ik word er nu al weemoedig van.
Het zal leeg zijn in de twee logeerkamers. Het zal wennen zijn in de woonkamer als het schuifraam weer volop open kan.
Zoals een vogel zijn heinde wil vergroten
de plant zijn wortels in de grond wil poten