Hoe een slak zich, tot eigen verbazing, eensklaps 30m verder kan bevinden
Als het Corona tijdperk voorbij is, laat ons hopen dat dit voor heel binnenkort is, kunnen we weer, op minder dan een meter afstand, samen grappen en grollen. Dan zullen we, gezellig rond de vuurkorf, het verhaal kunnen vertellen van de speedslak. De Spaanse exoot die op zijn buikzolen tegen 18m/uur door de hof scheurde en zo in een bierval is terechtgekomen. Waar hij dan, na enkele slokken bruine Leffe, stemloos zong van: “♫ en we slijmen nog nie naar onze steen, belange hik nie burp ♫.
Ik kan ook niet wachten om, in een grote familie– en vriendenkring, te vertellen over hoe Eddy zijn geuzennaam ‘Eddy Wal●noot’, uitgesproken als Wal punt noot, met verve heeft verdiend.
Maar laten we het nu even ernstig houden en ons voorbereiden op de komende oorlog. De oorlog in onze tuin!
Tegen maart volgend jaar moet onze verdediging op punt staan. “Och, tijd genoeg hoor ik slodderachtige tuiniers, die minder secuur zijn, al zeggen. Nee, nee… over vele strategieën moet nu al worden nagedacht. Het is nodig de barrières van sterk riekende kruiden (tijm; salie;…) te plannen en hoe en waar, we welke ontrading drempels willen plaatsen.
De oorlogsvoering is een oude krijgskunst en daarom ga ik de mosterd halen bij klassieke en moderne krijgsheren. In wezen huldigen zij allemaal hetzelfde principe. Je moet je vijand kennen om hem te verslaan en je moet zijn plannen weten om deze te verijdelen. Hoe ik daar zelf niet opgekomen ben! Op onze tuinvijand nr. 1, de slak, ga ik deze basisregel nu toepassen. Om het op zijn Jambers te zeggen:
Ze zijn niet ‘zij’ maar ook niet ‘hij’! Het zijn tweeslachtigen. Dat wil zeggen ze doen alles zelf! Ze zijn als het ware zelf bedruipend. Toch, en dit is heel raar, laten ze zich liever versieren door een concullega slak. Op die manier bevruchten ze elkaar. Eender welke andere slak is goed! Slakken verplaatsen zich op de zoolvormige onderzijde van hun lichaam (6) met een golvende beweging. Ze hebben heel beperkte zintuigen. Ze horen niet maar voelen wel trillingen in de bodem. Ze hebben tentakels,als ogen (3), maar kunnen enkel lichtverschuivingen waarnemen. Geuren herkennen, gebeurt bij slakken via steeltjes onder de tentakels(4). Ze ademen door een opening (de pneumostoma (5))

Ze wachten onder de grond of onder een steen tot hun sensoren aangeven dat het vervelende licht verdwenen is. Dan spoeden ze zich met een topsnelheid van 10m/uur (er is een soort die zelfs 18m/uur haalt) naar lekkere malse blaadjes, bij voorkeur jonge plantjes. De steeltjes laten ze ongemoeid zolang er nog ergens sappige hapjes zijn. En passant dekken ze elkaar nog eens en leggen eitjes in groepjes van 15. In totaal kunnen ze zo’n 500 eitjes afleggen. Tijdens de nachtelijke strooptochten eten ze ongeveer 1/3 van hun eigen gewicht. Als ze voldaan zijn verdwijnen ze weer uit het gezicht. Bedenk dat, tijdens de dag, tot 95%, van de slakkenpopulatie zit eten te verteren ergens onder de grond in de tuin.
Mooi! Het vijandelijke leger is doorgelicht. Maar welke zijn de gevaarlijkste aanvalstroepen?
Huisjesslakken kunnen we negeren. Deze eten vooral plantaardig afval, zoals dode bladeren, dode insecten, schimmels en hout. Ze composteren en zijn dus bondgenoten, ook al lusten ze wel een slaatje.
Naaktslakken en vooral de Spaanse wegslak dat zijn de meest te duchten tegenstanders.

In het flauwe licht van de maan
trekt de slak zijn gympjes aan
2 reacties
Nog vóór de krant lees ik op vrijdag de wekelijkse blog van Peper Stan. Schitterend!
Aangenaam geschreven met toffe humor!