Hoe ik bewust word van mijn eigen voetafdruk.
Laat je ook weleens je gedachten de vrije loop terwijl je een werkje afhaspelt op automatische piloot?
November, de favoriete maand van toen ik nog, heel ongemakkelijk, op de schoolbanken zat. Allerheiligen, wapenstilstand, dag van de Dynastie, allemaal verlofdagen. Tijd zat om in het bos tegen kastanjebolsters te sjotten en in bomen te klauteren.
Waarom kan dat nu niet meer, vraag ik me af. Begrijp me niet verkeerd, ik zelf, geraak geen boom meer in of af. Het is de aankomende jeugd van nu, met hun spelcomputer, die ik voor ogen heb. Zijn de games als: ‘Fortnite’, ‘League of legends’ of ‘Apex legends’ echt leukere spelletjes dan buiten de ravotter uit te hangen en je schoenen kapot te sjotten?
Je kunt dit het ‘verlangen naar een geromantiseerd vroeger’ noemen of betitelen als ‘heimwee naar de oude tijd’ of ‘het gevoel iets belangrijks of dierbaars te zijn kwijtgeraakt’, je zou het zelfs kunnen vertalen als: ‘de met zwaarmoedigheid gepaarde begeerte naar een jeugdsentiment’. Voor mij is het gewoon: ‘Nostos Algos’ en daarmee basta. De ‘basta’ komt er een beetje te rauw uit. Ik schrik er zelf van. Verdrongen emoties misschien. Daar moet ik bij gelegenheid toch eens dieper op in gaan. Mezelf eens binnenstebuiten keren zoals ze dat noemen. Maar nu wat meer over ‘de maand november in de tuin’.
Het is, op tuingebied, een moeilijke maand voor mij. In de zetel zitten is ook leuk en de geur van versgebakken pannenkoeken houdt de deur naar buiten gesloten. Dan moet ik de de moed vinden om toch een trui aan te doen. Eenmaal buiten valt het nog goed mee. Zelfs al is het amper 10 graden. Met mijn slechte schoenen, tegen botten of laarzen heb ik een aversie, trek ik den hof in. De overtuiging voedend dat elk straaltje zon aangenaam aanvoelt. Na een tijdje is dat ook wel zo. Het verlangen om snel weer binnen te zijn, ebt langzaam weg. Oei! De stapel houtblokken is omgewaaid die moet weer worden rechtgezet. Alles weg en ‘start from scratch’ of ‘tabula rasa’ om het ‘blasé’ te zeggen, want wat is er mis met ‘van een wit blad vertrekkende’.
Het bos intrekken en van de eerste de beste boom een tak afrukken. Liefst een recht exemplaar van gelijkmatige dikte. Wat een levendig beeld. Ach! Gewoon de gedachte aan een mooie tijd. Soit, Je kunt niet eeuwig jong blijven.
De stapel moet nu een beetje beter opgebouwd worden. De dikste blokken onderaan. Terwijl ik daar mee bezig ben hoor ik het weer: het gezang van een roodborstje. Ik probeer het fluitend na te bootsen maar het trekt er in de verste verte niet op. Toch komt de vogel dichterbij. Ze, het is waarschijnlijk een vrouwtje, schrikt van de engerling die ik haar toewerp. Ik fluit weer mijn slechte roodborstjesimitatie. Ze komt tot op zo’n 2 meter afstand en kijkt me met een intelligente blik aan. Ik lees in haar ogen: “Als je het niet beter kan…, zwijg dan!” Ze negeert de meikever larve, die er nochtans heel smakelijk uitziet, en vliegt naar het hoogste punt van de kriekenboom. Daar begint ze weer haar zangkunsten uit te tjilpen. Dat roodborstjesgezang is wel speciaal. Hoge tonen en rollende lagere fluittonen wisselen elkaar af. Houtblok op houtblok stapelend luister ik met plezier naar haar lied…
Door met een nagel, want een mes had je niet, inkepingen te maken in een tak, kon je er een fraaie wapenstok van maken. Eerst het patroon uitkerven en dan de bast strippen. Hierna nog wat versieren met enkele veren et voilà… Winnetou look.
De vogel stopt abrupt met zingen en vliegt weg alsof ze opgeschrikt is. Het zou weleens kunnen dat ik het laatste houtblok te heftig heb neergegooid. De stapel begint weer vorm te krijgen. Als alle blokken weer ‘tegoei’ liggen span ik er een beschermhoes over. Ik verwacht niet dat ze nog ooit in de open haard gaan terecht komen, daarvoor is vrouwlief te zeer bezig met milieu en gezondheid.
Mijn vriend(in) roodborstje is in een andere boom gaan zitten, maar blijft mij in de gaten houden. Ik zet, na dit gedane werkje, slenterend mijn weg door de tuin verder. Alles klaar leggen voor de winter, zoals dat zo melig gezegd wordt. Als ik zou beginnen met het minder geliefd onkruid te verwijderen dan heb ik voor de rest van het jaar een full time job, overweeg ik. Toch ga ik er moeten aan beginnen als ik hier een paprika/peper plantage wil beginnen. Op mijn hurken,gaan zitten lukt nog net. Hèhè. Na een tijdje merk ik dat het toch wel goed vooruitgaat. Als ik nu eens de namen van al die ‘onkruiden’ zou kennen ….
Met een stuk touw de tak ombuigen tot een boog leek toen al simpeler dan het was. Maar eens je het onder de knie had, kon je direct over naar het volgende level zijnde pijlen maken. Het meest geschikt waren van die lichte rietstokjes met daarop een stukje uitgeholde vliertak geperst. Met die pijl kon je op een kip schieten zonder dat het dier er last van had.
De zone die ik had voorzien voor het paprika gedoe is vrij snel ontdaan van diep wortelend onkruid. Het vele water dat de laatste weken de bovenste laag van de grond doorweekt heeft is er oorzaak van dat het kruid gemakkelijk kan verwijderd worden. Nu ga ik weer karton leggen op de rest van het groen zoals gras en klaver. Het karton snijden en aanpassen is een routine geworden….
Van een tak een speer of een zwaard maken is geen kunst en met een beetje verbeelding kan je alle wapens uit de eerste Kung Fu films namaken. En wat is dat dan het grote verschil? De fantasie of het gebrek aan fantasie? De totems uit de sci-fi films en de wapens uit ‘Call of Duty Warzone’ zijn niet na te maken met de blote hand en een roestige nagel. Zeker nietvertrekkende van een tak!!! Nostalgie basta.
Blijkbaar heb ik luidop zitten denken want de blik waarmee het roodborstje mij bekijkt spreekt ganser boekdelen uit de tweede editie van de vogel encyclopedie. Mijn eerste reactie om ‘sorry’ te kwinkeleren, slik ik toch maar in. Mijn band met de natuur heeft deze middag wel een flinke boost gekregen. Hoe spannend en verslavend de ‘First-person shooter’ games ook mogen zijn, dit heerlijke buitengevoel is onbestaande in die fictieve wereld. Met de lippen getuit hoge tonen blazend loop ik verder mijn echte sociale ruimte in. Nadat ik mijn vuile schoenen heb bekeken, kijk ik achterom en laat mijn gedachten gaan over de afdruk van mijn eco voet.
Wie met ‘n gespannen boog naar ‘t kiekenkot schiet
Haalt best de pijl terug zonder dat de haan het ziet