Van de slag met peper Stan (Deel 5)

Hoe ik, totaal verhit, even afdwaalde.



Ze zijn gestopt met groeien.
Enkele dagen geleden zag ik het al aankomen. Eerst in de rechter benedenhoek een paar sprietjes. Heel snel gevolgd door een groepje meelopers en niet veel later was de volledige rechterkant in wintermodus. Helemaal achteraan is er nog een zone met moedige fanatiekelingen die er nu bovenuit beginnen te steken. Het is tegen de stroom in. “Laat het gras maar groeien” klinkt het steeds minder luid, tot het helemaal uitsterft. Erop inpraten heb ik ook ooit geprobeerd. Om zogezegd op hun gemoed te werken. Om in te spelen op hun fierheid van gras te zijn. Maar ’t is verloren gezegd dat zij het symbool van het groene gedachtengoed zijn. Als het kouder wordt dan 8 graden, laten ze het los, ze laten zich gaan. Het maakt mij melancholiek.

Het zijn de dagen van Allerheiligen en Zielen die mij in deze stemming brengen. Het toneel van leven en de dood, ook in de natuur. Neem nu de frambozenstruik. Hij sterft af en aan de wortel ontstaat een nieuwe kiem, een nieuwe knop. Daar heb je dan de repetitieve cirkel van het leven! Als ik daarover begin te mijmeren, meestal van achter het glas in een warme kamer, dan denk ik meteen aan de oerknal en hoe het allemaal begon. De Big bang is mijn stokpaardje. Ik heb er een halve eeuw over gedaan om mij een idee te kunnen vormen over het niets. Het niet bestaande universum in een niet bestaande ruimte. Er was geen greintje, geen korreltje, geen morzel, zelfs geen ietsepietsie sprietje. Er was geen internet, geen wifi, geen 5G. Je kunt het zo zot niet bedenken of het was er niet!
Tot hier is het nog te snappen. Maar er was ook geen licht, geen ruimte, geen tijd, geen temperatuur, geen energie. En nu komt de moeilijke: Opeens, en dat is 13,79 miljard jaar geleden zeggen ze, was er opeens wel iets. Een bol ter grootte van een dikke sinaasappel. Niets of niemand had het zien aankomen. Hoe zou het ook kunnen, er was niets of niemand.
Geen idee wat of wie het daar, vanuit een andere soort ietsgelegen buiten het niets, zou gebracht hebben (herlees deze zin nog eens).


Ik noem de dader “VIP (van Very Imaginair Personality). VIP zweeft (er was nog geen zwaartekracht) met zijn appelsien en deponeert hem zo dat hierdoor een minusculeruimte ontstaat. Dan duwt VIP er alles in wat denkbaar is. Haasten hoeft niet, er bestaat toch geen tijd. Persen en duwen tot alles op zijn plaats zit: greintjes, korreltjes, morzels en ietsepietsjes van vanalles. Dan nog wat internet, wifi en 5G. Oh ja! Energie ook nog en Corona en Trump. Dit denkbeeld is persoonlijk en voor discussie vatbaar. Geef ik toe.

En dan, in een onbewaakt ogenblik? Gebeurde het: Bang! Knal! De Big Oer is ontploft! Was het zo gepland of was het een ongeluk? Te hard geduwd op het einde? Niemand zal het weten. De knal was ook nergens te horen want er was nog geen ergens. Gelukkig, want we zouden allemaal doof geweest zijn nog voor we geboren werden. Maar door de knal was de sinaas plots een dikke hete soep geworden en hiermee samengaand was er temperatuur, tijd en licht. Een ganse boel minuscule scherven of splinters wentelden in de soep. De wetenschappers noemen deze deeltjes Lept, Hadr, Neutren andere Elektr–onen zoals Neutrino’s en Quarks. Door de ontploffing was alles in het rond gevlogen en had ruimte gecreëerd. De temperatuur was een miljoenste seconde na de knal gigantisch en de volgende seconde koelde die snel weer af. Wie koude rillingen krijgt van ontiegelijk hoge temperaturen, kan beter het nu volgende, cursief gedrukt, stukje overslaan.

Ik maak het aanschouwelijk met een kwikthermometer die een schaalafstand van 5mm/graad heeft. Die thermometer moetdan 250.000 km hoog zijn om de temperatuur te kunnen weergeven. Het kwik daalt dan één seconde later, quasi met de snelheid van het licht van 50.000 miljard graden Celsius naar 49,5 miljard graden. Deze ‘lage’ temperatuur is nog altijd meer dan 3.000 keer hoger dan de kern van de zon waar het nu 15 miljoen graden Celsius is.
Hier moet je, net als ik, even blijven ademen. Inademen en weer uitblazen, inademen en weer uitblazen en … Relativeren …

Als ik bedenk hoelang ik, op de snel
-kookplaat van mijn elektrisch vuur, mijn soep moet opwarmen tot ze kookt en hoelang ze dan weer moet afkoelen voor ik ze kan uitlepelen! Maar dit terzijde, nu terug naar de oerknalsoep.

We hadden het over de onen. Die stuiteren en botsen en hangen in elkaar en worden weer uit elkaar gerukt. De deeltjes hebben dubbelgangers die tegengesteld zijn, de zogenoemde antideeltjes zoals elektron versus positron. Als die elkaar tegenkomen, verdwijnen ze alle twee volledig en worden omgezet in energie. Als ik iets zie dat in de verre verte lijkt op een dubbelganger van mij met negatieve lading (wetende dat ik positieve lading heb) dan ga ik er met een grote bocht omheen, goe weten. Juist als ik over het ontstaan van lichte atoomkernen zoals waterstof, helium en lithium wil beginnen, realiseer ik mij dat ik afgedwaald ben en te verhit tekeer ben gegaan. Sorry.
Het gras dus…

Er is dat vervelend pestgras dat met lange ondergrondse wortels zichzelf kan verspreiden. Op elke cm langs de wortel zit een kraagje van kleinere wortels. Uit elke kraagje kan een nieuwe plant groeien. Je kunt het frezen, spitten of er een vloek over uitspreken. Van elke stukje (overgebleven) wortel groeit doodleuk een nieuw plantje. Het is VIP geklaagd.

Wat zegt de permacultuur hier:
“Als er een ‘plaag’ van kweekgras is, hebben we iets verkeerd gedaan”.
Voilà, ik heb blijkbaar weer iets verkeerd gedaan. Ik zal het weer met slappe oren aan den Herman moeten gaan vragen. Wat heb ik gedaan en wat was daar verkeerd aan?

Het artikel vervolgt: Een plaag is symptomatisch voor een gebrek aan diversiteit. Dus: maak een buffer van kruipende smeerwortel. Deze plant heeft een dergelijk sterk en dicht wortelstelsel, dat het de wortels van de kweek kan weren. Smeerwortel is ook een fantastische vroege bijenplant: hij bloeit in maart, hommels zijn er gek op. Het blad kun je gebruiken in de compost, of om mee te mulchen, en het is ook geneeskrachtig. Wat wil je nog meer!

Smeerwortel! Ik had het kunnen weten. Ik heb alle mogelijke onkruiden in de tuin, maar geen smeerwortel.
Smeerkaas dat wel, ja en schoensmeer, smeerolie, smeervet, smeerlapperij allemaal geen probleem. Maar smeerwortel zal ik moeten gaan uitsteken aan de slootkant want ik lees: De gewone smeerwortel is een vaste plant uit de ruwbladigenfamilie. Deze soort is in België en Nederland een algemeen voorkomende plant in ruigtes, bermen, op dijken en bij slootkanten.

Maar nu even heel ernstig. Volgens vakliteratuur is er maar één geschikte smeerwortel, de Russische smeerwortel.


De Russische versie heeft alle voordelen van een smeerwortel, maar niet de nadelen van een gewone smeerwortel.
Hij vormt geen zaad en gaat zich dus niet – ongewenst – verspreiden doorheen je tuin. Ook groeit hij in een polvorm en wordt gewoon elk jaar wat breder. Hij gaat niet rondlopen en duikt niet telkens 30 cm verder op in zijn veroveringstocht van je tuin.

Als je
iemand tegen het gras ziet praten, 

kan het zijn dat je een geit hoort blaten.

Deel dit artikel!

Share on facebook
Share on twitter
Share on pinterest
Share on linkedin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Volg Allemaal eco! via sociale media...

Meest bekeken

Krijg updates

Schrijf je in op de wekelijkse nieuwsbrief

Geen spam, enkel meldingen over nieuwe blogs en updates.

Categorieën

Gelijkaardige posts

Related Posts